Page images
PDF
EPUB

Blz. Reg.

of vadermoordenaar, in welken laatsten zin het hier dan ook voorkomt; echter heeft de beteekenis dezes woords zich uitgebreid, zoo dat men er nu ook moeder-, broeder-, zuster- en kindermoord of moordenaar door verstaat; en daar een koning als vader des volks wordt aangezien, noemt men den koningsmoord ook parricide. De uitgang

cide komt in de beteekenis van moord of moordenaar bij vele andere woorden voor, als: homicide, doodslag, moordenaar; matricide, moedermoord; fratricide, broederof zustermoord; régicide, koningsmoord; suicide, zelfmoord; déicide, godsmoord (misdaad dergenen die den God-mensch hebben doen sterven). In de aangevoerde voorbeelden kan moordenaar en ook moordenares de plaats van moord innemen; zoo dat suicide niet slechts zelfmoord, maar ook zelfmoordenaar en zelfmoordenares beteekent.

De oude Romeinsche wetten hadden voor den vadermoord geene straf bepaald, omdat men eene zoo groote misdaad voor onmogelijk gehouden had. Vijf eeuwen na den dood des wetgevers (Numa), treft men eenen Ostius aan, die zich aan vadermoord had schuldig gemaakt. Hij werd gevangen gezet en moest een geheel jaar in de gevangenis blijven, hebbende houten schoenen aan, als onwaardig de aarde aan te raken, die der menschen algemeene moeder is.

[blocks in formation]
[ocr errors]

7

19

24

[ocr errors]

25 2

5

[ocr errors]

12

[ocr errors][ocr errors][ocr errors]

13

Vervolgens werd hij strengelijk gegeeseld, daarna in eenen lederen zak gebonden, te gelijk met eenen hond, eenen aap, eenen haan en eene adder, en met dit gezelschap werd hij in het water geworpen. Indien een Romeinsch kind zijnen vader of zijne moeder had geslagen, zoo werden hem de handen afgehouwen.

[ocr errors]

Un forfait, eene groote misdaad.

Solitaire, eenzaam, van de wereld afgezonderd. Men noemt ook aldus eenen kluizenaar. Een enkele groote diamant, zonomringende versiering, wordt ook solitaire geheeten.

Expier, boeten, voldoen, uitwisschen.
La chenille, de rups.

Déployer beteekent ontvouwen, ontrollen, uitbreiden enz. Déployer son talent vertolke. men liever door zijne of hare bekwaamheid aan den dag leggen.

Exalter, verheffen, prijzen enz. La guepe, de wesp Dit insekt gelijkt naar de bij, en is, zoo als deze, met eenen angel gewapend, geeft echter geen goeden honig.

Le calice d'une fleur, de kelk eener bloem, een bloemenkelk. Het buitenste omkleedsel der bloem, dat dezelve ondersteunt, wanneer zij ontloken is. 24 Corsage beteekent hier ligchaamsgestalte. Eigenlijk bepaalt zich de beteekenis dezes woords tot de gestalte des ligchaams van

Blz. Reg.

de schouders tot aan de heupen, en wordt gebruikt voor den mensch en het paard.

25 26 Le dard, de werpspies, de werpschicht, ook angel in den oneigenlijken zin.

[blocks in formation]

15

27 3

[ocr errors][ocr errors][ocr errors][merged small][merged small][merged small][ocr errors]

12

16

[ocr errors]

Insolence, onbeschaamdheid, moedwilligheid, enz.

Provoquer, uitdagen, tergen, aanhitsen,

enz.

Récolte, oogst, inzameling van vruchten.
Opulence, groote rijkdom, overvloed.
Gourmer, met vuisten slaan.

Dit woord komt ook nog in andere beteekenissen voor.

Un oison, eene jonge gans. Men geeft ook dien naam wel aan eenen domkop of domoor.

Un plongeon, een duiker of duikelaar (watervogel).

17 Un paon faisait la roue,

[ocr errors]

19

22

24

een paauw breidde zijnen staart uit. La roue is het rad of wiel, en komt in verschillende beteekenissen voor.

Nasillard noemt

men iemand, die door den neus spreekt. Door den neus spreken heet nasiller, en in eenen minderen graad zegt men daarvoor nasillonner.

Hideux, leelijk, mismaal!, afschuwelijk, enz. La chouette, de steenuil, de kerkuil. 5 Un quai, eene kadi.

[ocr errors]

Le quai de la Ferraille is de eigennaam eener kaai in Parijs. Ferraille beteekent overigens ondijzer in eenen verzamelenden zin.

[merged small][ocr errors][merged small]
[merged small][ocr errors][ocr errors]

39

46

29

14

18

[ocr errors]
[ocr errors]

4

Mardi-gras wil letterlijk zeggen vette dingsdag; bij ons heet die dag vastenavond.

Un oiseleur, een vogelvanger of vogelaar.
Leste, vlug.

La batte is hier de houten sabel van eenen hansworst. Batte beteekent ook stamper, straatstamper, houten klopper of beukspaan.

Masque is hier een gemaskerde of vermomde persoon. Dit woord beteekent veelal slechts momaangezigt, en komt in een aantal zinspelende beteekenissen voor. Masque is mannelijk, komt echter ook vrouwelijk en beteekent dan zoo veel als feeks,

voor,

leelijk wijf.

Perruche is de naam van het wijfje van den papegaai; ook zijn er kleine papegaaijen, die dien naam voeren, en die bijna geheel groen zijn. Het laatste geldt hier.

Cardinal. Men noemt aldus eenen papegaai van Amerika, die geheel rood is.

Serin of serin de Canarie, beteekent hier kanarievogel, wiens gevedertje geel is. Serin heet anders sijsje.

Le trio wil hier zoo veel zeggen als drietal, en in dien zin zullen wij het meer aantreffen. Trio is eigenlijk een muzijkterm en beteekent een voor drie partijen ingerigt muzijkstuk. 5 Pivert. Dit is de naam van eenen vogel met geelachtige en groene veren, bij ons groene specht geheeten, door den fabeldichter

Blz. Reg.

[merged small][merged small][ocr errors][merged small]
[ocr errors][ocr errors][merged small][merged small][merged small][ocr errors][merged small]

23

eigenaardig bij voorkeur tot scheidsman gekozen.

Men geeft den naam van bruyère aan de heideplant en ook aan het veld, waarop

dezelve groeit.

Une louve, eene wolvin.

Haletant, hijgend.

-

Paissant, weidend, grazend, van paître, van welk werkwoord de verleden en zamengestelde tijden niet gebruikt worden. — Mener paître les moutons. De schapen hoeden. Envoyer paitre quelqu'un. Iemand met verachting wegzenden.

25 La mamelle, de uijer.

225

27

28

30

2

Un hétre, een beuk of beukenboom. (De kleine vrucht, die op dezen boom groeit, heet beukennoot, faîne.)

Iris is hier de naam van de geliefde des herders; deze naam komt in die beteekenis dikwijls voor. De regenboog wordt dichterlijk ook Iris geheeten. De ring van den oogappel voert ook dien naam.

Un hautbois champêtre. Hoewel hautbois hobo heet, versta men door hautbois champétre liever eene herdersfluit.

Un chalumeau, een stroohalm of een rietje. In de dichtkunde geeft men dien naam aan elk landelijk blaasspeeltuig.

11 Herbette is een dichterlijke term, beteekenende kort en dun gras. Men merke als eene dichterlijke vrijheid aan de uitdruk

« PreviousContinue »