LETTEROEFENINGEN

VOOR

1875

ONDER REDACTIE VAN

DR. J. W. BOK EN DR. W. B. J. VAN EIJK.

Butch Lit.

With off 9-29-27

INHOU D.

Parijsche zeden onder het tweede Keizerrijk, door DR.
JAN TEN BRINK

De overgang van Hendrik IV, door PROF. THEOD. JORISSEN,
I, II, III

25, 225, 327

55

Koning Lodewijk van Beijeren, door ELIE RECLUS.
Het wezen en de grenzen der kunst, door MR. C. W.
OPZOOMER.

De inrichting van het hooger onderwijs in Duitschland
en de ontworpene nieuwe regeling van het onze, door
PROF. J. TIDEMAN.

Een tuiltje geurige bloemen van Vlaamschen bodem,
door A. J. SERVAAS VAN ROOIJEN
Julian Schmidt en Sadowa

Fritz Reuter's dichterlijke nalatenschap, door DR. C. M. Vos
Ondanks alle emancipatie, door B. VAN DER MAAS
Antieke zedeleer en zedelijkheid, door PROF. VAN DER
WIJCK.

Een duitsch treurspel, door H. L. BERCKENHOFF
Busken Huet over,,Wanda", door J. W. B.
Duitsche indrukken, door PROF. DR. A. PIERSON.
Graaf di Cavour, door MR. W. R. BOER, I.

وو

Rolande, étude parisienne (par) Fervacques & Bachaumont. 3me Edition, Paris. Dentu. 1874.

I.

Binnen een half jaar zag de hier genoemde roman drie malen het licht. Dat is, wat men in de parijsche uitgeverswereld un beau succes" noemt. De Revue des deux Mondes vestigde er in hare kleine kritieken even de aandacht op. Het boek zou eene nauwkeurige, zelfs al te nauwkeurige schildering van parijsche zeden gedurende de laatste jaren van het tweede Keizerrijk bevatten. Behalven het aesthetiesch belang zou aan dit verhaal nog een historiesch gewicht moeten worden toegekend daar het een zeer uit

1868, 1869, 1870 en

voerig overzicht geeft van de jaren
zelfs van 1871 tot aan het einde der Commune.

Wat hiervan is, beproef ik, vooral om het historiesch belang der zaak, kortelijk uit een te zetten.

Vooreerst de opmerking, dat het tweemanschap Fervacques en Bachaumont geheel onbekend was voor de

LETTEROEF. 1875. WET. EN BELL. N°. 1.

1*